DAG 2 - Dinsdag 12 okt. Half negen zijn we wakker en duiken de badkamer in. De dames maken gebruik van die op de bovenverdieping. Buiten is het mistig. Het doel van vandaag is een rit naar Uithuizen te maken. Via de grote weg rijden we naar Groningen en van daaruit noordwaarts langs Bedum. Herman verlaat de N46 om binnendoor naar Uithuizen te rijden, maar voor we goed en wel weten waar we precies zijn, zien moeder en zoon al bekende delen van Uithuizen.

De Menkema Borg is al snel gevonden. Het gebouw staat aan drie kanten in de steigers. De voorzijde gelukkig niet. Allereerst bekijken we de tuin. Het is daar mooi weer voor, want de zon is gaan schijnen. De heggetjes zijn strak gesnoeid. Het doolhof is helemaal opnieuw ingeplant met struikjes die nog erg klein en doorzichtig zijn. Weinig doolhof dus! Appels en peren hangen aan de bomen. De poortkoepels zijn altijd leuk om onder door te lopen. Ook zien we een groentetuin. Dan gaan we de borg in die is gebouwd in de 15de eeuw. Er hebben adellijke Groningse families in gewoond en sinds 1927 is de borg een museum. De brede gang in het midden heeft zwarte en witte tegels. Aan weerskanten liggen totaal zeven vertrekken die nog volledig ingericht zijn. Zelfs de tafel is gedekt en het schaakspel staat klaar. We zien kroonluchters, klokken, kleden, serviesgoed en allerlei meubilair waaronder een bedstee. We nemen een kijkje in de keuken en zien de slaapplaatsen van het personeel. Op de bovenverdieping is het kantoor van het museum.

Tijd voor een hapje en drankje. Op naar het Schathuis. Dat is het bijgebouw dat vroeger een boerderij was. De vloer, wanden en deuren zien er nog steeds erg oud uit. We hebben trek in een pannenkoek met stroop. Lekker met een bak koffie. Dat geeft het personeel tenminste iets om handen, want ze hebben niets te doen. Ook een wc bezoek is noodzakelijk en Wil staat raar te kijken als in deze oude omgeving met krakkemikkige deuren opeens een modern stukje vernuft boven de wc bril begint te bewegen en waarbij de bril zelf ronddraait om hem te reinigen. Ja, wel twee keer. Moeder hoort, vanuit een ander hokje, zo het een en ander en schiet in de lach.

Het centrum van Uithuizen is de volgende bestemming. Herman rijdt door de straten en zoekt z'n schooltje. Het dorp is erg veranderd. Bij het station, ook alweer vernieuwd, parkeren we. Ik loop achter de familie aan. Ze halen allerlei herinneringen op. Moeder vindt dat het erg veranderd is. De winkelstraat straalt gezelligheid uit. Wat opvalt zijn de vele barretjes en kroegen! Die zullen wel voor de vele buitenlandse arbeiders zijn. Zij werken aan de haven.