Binnenland
Woensdag 27 april. Opnieuw worden er bomen van overtollige bladeren verlost. Er blijkt geen koud water uit de kraan te komen. Wel is er warm water, is dat niet vreemd? Ik was al verkouden, maar vandaag laat mijn stem het helemaal afweten. Als een schorre kraai overleg ik met Herman de route van vandaag. Maar eerst tanken. Dat doet niet zo pijn als in Nederland waar je € 1,75 moet betalen voor een liter benzine, hier is dat € 1,02. |
We rijden en stukje zuidwaarts, dan richting Antigua. Antigua is een van de oudste plaatsjes van Fuerteventura. De huisjes zijn witgekalkt en staan nogal verspreid. Er staat een kerk en wat ruines van windmolens. De plaats is niet zo bijzonder, wel bekijken we de gerestaureerde windmolen aan de noordkant. Het is tevens een museum. De tuin is ook een kijkje waard. Er staan diverse drakenbomen, cactussen en andere mooie planten.
Na dit gezien te hebben rijden we verder door Valles de Ortega. Een mooi stuk van de ANWB
route nr. 4, door Tiscamanita heen.
In Tuineje slaan we rechtsaf, richting Toto en Pajara. Dan volgen we de borden naar Ajuy.
Ajuy is een kustplaats aan de westkant van Fuerteventura. Door de pijlen op het wegdek te volgen
komen we op een parkeerterrein met vakken van stenen gemaakt.
Voor we het hier gaan bekijken eten we eerst een omelet.
Ajuy is een vissersdorp dat hoognodig een verfje kan gebruiken. De bootjes die in het zand liggen zijn, zo te zien, wel aardig geschilderd in felle kleuren. Je kunt hier op de kalksteenrotsen naar boven lopen voor een mooi overzicht op de kust. Die kust is woest, rotspartijen en hoge golven. Het zand van het strand is zwart. Als je van plan bent dit eiland te bezoeken, moet je zeker hier een kijkje komen nemen.
Terug naar het binnenland. Wij rijden naar Pajara en dan naar Betancuria. Ook deze weg is schitterend, een
enkele haarspeldbocht komen we op deze bergpas tegen. Op sommige plekken zijn i.p.v. vangrail grote
witte betonblokken neergezet. Over het algemeen kun je op Fuerteventura goed doorrijden.
Tijdens een fotostop zien we, ten zuiden van Betancuria, een stuwmeer liggen.
Betancuria is het oudste stadje van Fuerteventura en was tot 1835 de hoofdstad van dit eiland.
De kerk Iglesia de Santa Maria is samen met een klein plein het centrale middelpunt van Betancuria.
De kerk werd in 1426 gebouwd, verwoest door piraten en in 1691 opnieuw opgebouwd. Tegenwoordig heeft
Betancuria nog zo'n 500 inwoners. Het is een leuk dorp dat me een beetje doet denken aan Santa Lucia op Gran Canaria.
|
Het landschap is indrukwekkend en steeds anders. Zo zijn er vulkanen en mooie vergezichten. Via Antiqua rijden we dezelfde weg terug naar huis. Daar is het waterprobleem gelukkig verholpen. Vandaag is het half bewolkt en ca. 24 graden. Rest van de middag brengen we door met lezen en tv kijken. Op de BVN zender komen programma's als DWDD, Journaal en Pauw & Witteman. Bij het haventje, bij Restorante El Faro, nuttigen we de maaltijd. Men vergeet wijn op de rekening te zetten en als Herman daarop wijst laten ze ons vervolgens lange tijd zitten. Eigenlijk geen stijl! |
---|